


Glazenwasser moet omkeren bij ontbreken keurmerk
De Richtlijn machines schrijft een jaarlijkse inspectie door een deskundige voor. Binnen de CVG (commissie veiligheid gevelonderhoudsinstallaties) is vastgelegd dat deze jaarlijkse inspectie voorbehouden wordt aan een onafhankelijke keuringsinstantie. De CVG specificeert daarmee ook de bepalingen uit de RI&E, als onderdeel voor de Arbo catalogus voor de schoonmaakbranche. Alle partijen in de branche houden zich aan CVG uitspraken.
De CVG heeft tot deze aanvulling op de risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) voor de schoonmaak- en glazenwassersbranche, module: Glas- en gevelreiniging besloten en dit ook gecommuniceerd op www.cvg.nl. Deze RI&E, als onderdeel van de arbocatalogus voor de schoonmaakbranche, meldde sinds de publicatie in 2013 al dat gevelonderhoudsinstallaties voorzien moeten zijn van een keurmerk van minder dan één jaar oud. Maar wie mag dit keurmerk plakken? Op deze vraag heeft de CVG nu uitsluitsel gegeven: alléén onafhankelijke keuringsinstanties, zoals het Liftinstituut, mogen dit keurmerk aanbrengen.
Niet gekeurd
Er worden nog veel installaties (dakwagens, gondels, ladders en werkbruggen) niet gekeurd. Geschat wordt dat het om 20% van de gevelonderhoudsinstallaties gaat. Als dit keurmerk ontbreekt, zou de glazenwasser, volgens de eerder genoemde arbocatalogus, de installatie niet mogen gebruiken.
Keuringskenmerk op arbeidsmiddelen glas- en gevelreiniging.
De RI&E-module Glas- en Gevelreiniging ‘Veilig werken op hoogte’ vormt het uitgangspunt voor het bepalen van een zo veilig mogelijke werkmethode bij glas- en gevelreiniging. In paragraaf 3.3 zijn checklijsten opgenomen voor de projectinventarisatie bij gevelonderhoud, om na te gaan of, bij het volgen van een bepaalde werkmethode, risico’s bestaan en of bouwkundige of andersoortige aanpassingen benodigd zijn. In de checklijsten B, C, E en F, die betrekking hebben op arbeidsmiddelen gebruikt bij glas- en gevelreiniging, wordt gevraagd of minder dan één jaar geleden een bewijs van keuring oftewel een keuringskenmerk is aangebracht.
Eisen aan keurende instanties
Om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van keurende instanties te waarborgen, heeft de CVG eisen aan keuringsinstanties geformuleerd op haar site http://commissiecvg.nl/besluiten/onder nr. 17. De beste manier voor keuringsinstanties om hun deskundigheid, onafhankelijkheid en onpartijdigheid aan te tonen, is via accreditatie door de Raad voor Accreditatie (RVA). Hierdoor hebben gebouwbeheerders, eigenaars, onderhoudsbedrijven en mensen die beroepshalve het dak moeten betreden zekerheid dat de installatie die als arbeidsmiddel wordt ingezet op een onafhankelijke en onpartijdige wijze op veiligheid is gekeurd.
Bewijs van keuring
Keurende instanties geven als de installatie veilig wordt bevonden een certificaat van goedkeuring af en brengen op de installatie een keuringskenmerk aan. Een certificaat van goedkeuring geeft de eigenaar het bewijs dat de installatie veilig te gebruiken is.