


Om te kunnen beoordelen of het voor korte tijd in gebruik geven van een appartement is toegestaan, dient gekeken te worden naar hetgeen de akte van splitsing daarover regelt. Uitgaande van de Modelreglementen kan een eigenaar zijn privégedeelte met inbegrip van het medegebruik van de gemeenschappelijke gedeelten en/of zaken aan een ander in gebruik geven. Dit kan onder de voorwaarde dat door gebruikers zogeheten gebruikersverklaringen zijn getekend en overhandigd aan het bestuur. Is aan die voorwaarde voldaan, dan is ingebruikgeving toegestaan. De Modelreglementen houden verder geen beperkingen in voor het in gebruik mogen geven van een appartement, evenmin een beperking naar tijd. Gesteld kan dus worden dat op grond van de Modelreglementen het in gebruik geven van een appartement voor korte tijd aan een derde is toegestaan.
In de rechtspraak wordt echter een minder duidelijk antwoord gegeven op de vraag of het in gebruik geven van een appartement voor korte tijd al dan niet is toegestaan. Zo oordeelde het Gerechtshof Amsterdam in september 2013 (ECLI:NL:GHAMS:2013:2857) dat het voor korte tijd in gebruik geven van een appartement dient te worden aangemerkt als bedrijfsmatige exploitatie waardoor in strijd werd gehandeld met de bestemming woning. Om die reden was het voor korte tijd in gebruik geven van een appartement tegen betaling niet toegestaan.
De Rechtbank Amsterdam (ECLI:RBAMS:2015:9967) heeft daarentegen in oktober 2015 in een vergelijkbare kwestie geoordeeld dat géén sprake was van bedrijfsmatige exploitatie bij verhuur voor korte tijd aan toeristen. De rechtbank oordeelde dat niet vast stond dat de betreffende eigenaar zijn bedrijf maakte van het verhuren van zijn appartement. In het verlengde daarvan oordeelde de rechtbank dat het terugverdienen van kosten met betrekking tot de woning, alsmede een privé investering niet betekenen dat zonder meer sprake is van bedrijfsmatig exploiteren.
De Rechtbank Noord-Holland (ECLI:RBNHO:2016:863) heeft vervolgens in februari 2016 geoordeeld dat het voor korte duur in gebruik geven van een appartement niet betekent dat de huurders het gehuurde niet als woning gebruiken. Deze rechter overwoog dat het reglement geen beperkingen inhoudt voor wat betreft de duur van de verhuur, bijvoorbeeld door short-stay en/of recreatieve verhuur. Tegen dit vonnis is hoger beroep ingesteld en het Gerechtshof Amsterdam (ECLI:GHAMS:2016:3750) heeft op 13 september jl. wederom geoordeeld, dat verhuur voor korte tijd aan toeristen in strijd is met de bestemming ‘woning’.
Hoewel de rechtspraak niet eenduidig is over het antwoord op de vraag of het voor korte tijd in gebruik geven van een appartement aan derden al dan niet is toegestaan op grond van de Modelreglementen, kan een VvE op grond van de twee uitspraken van het Gerechtshof Amsterdam het standpunt innemen dat bed-and-breakfast activiteiten in strijd zijn met de bestemming woning. De bewijslast dat sprake is van ingebruikgeving voor korte tijd aan toeristen ligt bij de VvE. Zij zal dan ook een logboek moeten bijhouden, verklaringen van getuigen moeten verkrijgen en indien voorhanden een screenshot van de website waarop het appartement als bed-and-breakfast te huur wordt aangeboden. Het is vervolgens aan de vergadering van eigenaars te besluiten of zij gerechtelijke maatregelen jegens de betreffende eigenaar wenst te nemen.
Anders is het in het geval in de akte van splitsing een expliciet verbod is opgenomen voor het voor korte tijd in gebruik geven van een appartement. In dat geval kan de VvE handhavend optreden tegen een eigenaar die zijn appartementen voor korte tijd te huur aanbiedt via bijvoorbeeld de website airbnb.
Mocht u specifieke vragen over dit onderwerp hebben dan kunt u deze vraag hier aan haar stellen of neem direct contact met Anne Vermeulen op via www.rijssenbeek.nl.