


Veel VVE’s leiden een slapend bestaan. Onderzoek van Companen uit 2012 wijst uit dat minstens 1/3e van de circa 120.000 VVE’s in Nederland niet actief is wat betreft het beheer van hun appartementen. Dat levert een groot risico op voor deze flatwoningen, maar vooral ook voor de eigenaren. Want het betekent dat het onderhoud niet meer goed gedaan wordt, dat verzekeringen niet meer up-to-date zijn, dat de verkoopbaarheid achteruit holt en dat uiteindelijk flateigenaren klemvast komen te zitten in een woning die ‘onder water staat’ en niet meer voldoet aan de eisen van de tijd. Wat kunnen we doen om deze VvE wakker te kussen en net als Doornroosje weer een blozende toekomst te bieden.
Het feit dat circa 13/e van de VvE’s in Nederland niet actief is wordt als een algemeen probleem gezien. Ook minister Blok van Wonen is zich daarvan bewust en onlangs (12 juni 2014) stuurde hij een brief naar de Tweede Kamer met een aantal voorstellen om VvE’s te (re)activeren. Tot opmerkelijke voorstellen komt hij echter nauwelijks. Hij constateert dat de verbetering van het wettelijk kader weliswaar belangrijk zou kunnen zijn, maar – vanwege allerlei redenen – moeilijk realiseerbaar. Wel stelt hij in het vooruitzicht (in 2015) dat in de het Burgerlijk Wetboek wordt opgenomen de verplichting om jaarlijks een minimumbedrag te reserveren voor onderhoud. Blok denkt daarbij aan een minimumpercentage van de herbouwwaarde.
Ook ziet Blok heil in het zogenaamde ‘machtigingsmodel’ waarmee sommige gemeenten op dit moment experimenteren. Gemeenten hebben al vanaf juli 2011 de mogelijkheid om, na bekrachtiging door de kantonrechter, in te grijpen bij niet-functionerende VvE’s. Ze kunnen een VvE-vergadering bijeenroepen, voorstellen te doen over beheer en onderhoud en andere bestuursleden aanwijzen. Een belangrijke beperking is echter dat dit alleen kan in gebieden die door de gemeente formeel zijn aangewezen als gebieden met leefbaarheidsproblemen.
De activeringsinstrumenten waar Blok het over heeft hebben niet alleen een beperkte werking maar gaan ook uit van dwang obv van wet- en regelgeving. Even belangrijk is echter dat instrumenten worden benut waarbij VvE’s op een positieve manier beïnvloed worden. Daarbij gaat het niet alleen om subsidies en goedkope leningen, maar ook om goede voorlichting en vooral een actieve en persoonlijke benadering van individuele eigenaren in een woongebouw waar sprake is van onderhoudsproblemen en structurele inactiviteit van de VvE. Een VvE kan geholpen zijn indien ‘de zwijgende meerderheid’ geactiveerd wordt om ‘in het eigen belang van de eigenaren zelf’ actief onderhoudsproblemen op te pakken.
In Tiel hebben de gemeente en de woningcorporatie SCW ervoor gekozen om in een van de meest bedreigde wijken van Tiel de flateigenaren van de meest verpauperde woongebouwen actief te benaderen in een deur-aan-deur-campagne: indien de eigenaren bereid waren om binnen een bepaalde periode daadwerkelijk het achterstallig onderhoud aan te pakken én hun VvE structureel op orde te brengen konden ze rekenen op een financiële bijdrage. Deze actie was zeer succesvol en leidt er toe dat ook andere particuliere flats aankloppen voor een vergelijkbare aanpak.
Doornroosje wordt dus pas wakker als er iemand is die haar daadwerkelijk kust en wel met een mond die ook zoets te bieden heeft.